Motivatie

Toen Laura Leenders, eerstejaars leerling-operatieassistent, hoorde dat er in CWZ een vacature voor leerling-operatieassistent kwam, waagde ze de sprong.  ‘Ik wist dat het een lange sollicitatieprocedure was, met veel concurrentie. Maar ik was gemotiveerd en goed voorbereid. Superspannend was het. Geweldig dat ik uiteindelijk een van de drie opleidingsplaatsen kreeg.’

Dat Laura dit lot uit de loterij won heeft mogelijk te maken met haar achtergrond. ‘Ik heb drie jaar als fysiotherapeut gewerkt en heb bepaalde basiskennis. Fysiotherapie is een mooi vak, maar ik vond het jammer om alleen met de buitenkant van de mens bezig te zijn. De binnenkant interesseerde me steeds meer en ik was benieuwd hoe bepaalde problemen opgelost zouden kunnen worden. Ik heb met een paar van mijn patiënten mee mogen kijken toen ze geopereerd werden. Dat heeft mijn motivatie om operatieassistent te worden vergroot.’
 

Dynamisch

Laura is blij met haar keuze. Wat haar meteen opviel is de dynamiek van het werken op de operatiekamer. ‘Je moet van elkaar op aan kunnen. Iedereen heeft zijn eigen taken maar denkt wel mee in het hele proces. Soms is een blik van iemand genoeg om te weten wat er moet gebeuren. En het is belangrijk om vooruit te denken: welke instrumenten moeten klaargelegd worden? Het teamgevoel is groot. We zitten samen in één ruimte en zijn allemaal gefocust op die ene patiënt waarvoor we allemaal het beste willen.’
 

Verpleegstage

De opleiding tot operatieassistent duurt drie jaar en bestaat uit een combinatie van een aantal weken school, afgewisseld met stageperiodes. Omdat Laura geen verpleegkundige achtergrond heeft, heeft ze ook enkele weken een verpleegstage gevolgd. ‘Hierdoor zag ik welk traject een patiënt doorloopt van binnenkomst tot ontslag.’ Daarna heeft ze op verschillende afdelingen meegekeken die indirect te maken hebben met de operatiekamers (OK), zoals bijvoorbeeld pathologie. ‘We sturen wel materialen naar ze op, maar zien niet wat er mee gebeurt. Het is goed om het hele proces een keer te zien.’

Nu is Laura met haar omloopstage bezig, die ongeveer vijf maanden duurt. Dit is lerend werken, wat inhoudt dat ze onder supervisie voor het eerst handelingen mag verrichten. ‘Ik mag nog niet alles, maar voel me wel serieus genomen in het team. Ze behandelen me meer als collega dan als leerling.’ Na de stageperiodes gaat Laura terug naar school. Dat is wennen, maar met een goede planning vindt Laura het goed te doen. ‘Het is pittig, maar ik heb nog wel tijd over voor ontspanning, zoals sporten’.
 

Altijd iets te doen

Laura houdt van hard werken, volgens haar een onmisbare eigenschap voor een operatieassistent. ‘Je kunt niet in het heetst van de strijd verslappen, 100% concentratie is vereist. Je hebt een grote verantwoordelijkheid en moet snel beslissingen kunnen en durven nemen. Het is daarom nooit saai en er is altijd wat te doen. Voor mij zijn dat de ideale ingrediënten voor een interessant beroep.’

Laura moet nog een paar jaar, maar voor haar staat vast dat ze in het CWZ wil blijven ‘Je voelt hier gebondenheid en iedereen wil het beste voor de patiënt. Goede kwaliteit van zorg staat voorop. Tijdens het werk zijn we serieus bezig, maar in de pauze is het persoonlijk en gezellig. Ik zoek meer het persoonlijke en kleinschaligheid. Dat vind ik hier in CWZ en in het team van de OK. Ik hoop dus echt op een toekomst in CWZ’.